
Na een rustige overtocht van 140 NM voor anker in Cape May met opvallend veel andere zeilboten die naar het zuiden gaan. Gelukkig hebben we geen last van de tropische storm gehad!
We gaan een aantal dagen naar Philadelphia, 35 NM de Delaware River op. De marina is midden in de stad, een prima plek. Philadelphia was eerst de hoofdstad van het toenmalige Amerika en hier is op 4 juli 1776 de Declaration of Independence ondertekend en later de Constitution. Philadelphia is echt een ontdekking, een mooie mix tussen New York en Amsterdam met leuke buurten waar op straat word gespeeld en de eerste supermarkt die wij hebben gezien waar alles verantwoord was, tot aan het toiletpapier! Hier ook een China Town en andere wijken met galeries en leuke cafés en goede betaalbare restaurants. Op zoek naar een leuke steden trip; Philly is echt een aanrader! Als je er een aantal dagen bent geweest mag je Philly zeggen.

20 september.
We krijgen bezoek van vrienden die een weekje op bezoek komen. Ze logeren in een hotel vlakbij de marina waar wij liggen. Het is echt bijzonder elkaar te ontmoeten in deze stad. Een ieder had een lijstje van top tien dingen om te zien en dat paste mooi bij elkaar. We hebben samen veel gezien met als hoogtepunt de vaartocht met de Lena naar het Vrijheidsbeeld. NY vanaf het water is echt speciaal. We hebben het 9/11 museum bezocht, wat aangrijpend was. Bij de eerste crash dachten ze nog dat het een ongeluk was, de tweede crash was 24 minuten later. Het was mooi om te zien hoe elke New Yorker zijn of haar hulp aanbood en hoe de brandweer- en politie mensen, dienst of geen dienst, gezocht hebben naar overlevenden.
Ook de fietstocht met z’n allen door Central Park was echt de moeite waard, we hadden een enthousiaste New Yorkse gids die met veel plezier anekdotes vertelde van wie er zo al rond het park woonde en wat dan die appartementen kosten. Ik ben de exacte bedragen vergeten, maar het ging in ieder geval om heel veel geld.
In het park is een memorial voor John Lennon vlakbij de plek waar hij is vermoord. Er waren opvallend veel jonge mensen. Onze gids wantrouwde het rouwen op die plek, volgens haar had dat niet met John te maken, het is ver voor hun tijd gebeurd. Het is een plek geworden waar jongeren die zich miserabel voelen met anderen kunnen rouwen. Joko Ono woont nog steeds in het zelfde appartement met veertien kamers, waar John op de stoep is vermoord.
Eén van de hoogtepunten vond ik het Whitney museum of American Art. Fascinerende Amerikaanse moderne kunst in een mooi gebouw. Het wassenbeeld van de mevrouw en het hondje was zo levensecht dat ik een tijd heb staan kijken of ze toch niet ademde.
Na drie weken hebben we met pijn in het hart afscheid genomen van New York, waar we ons al een beetje thuis voelden. Met de fiets overal naar toe, de weg al kennen, de goedkope winkels kunnen vinden en de leuke buurtrestaurants. Er was een depressie op komst met veel wind en regen, (niet zijnde Matthew) en dan zouden we op de Hudson River niet veilig liggen. Het is inmiddels herfst geworden, geen korte broeken meer of jurkje maar motregen en veel wind.
We zijn twee oktober vertrokken richting Philadelphia.

Marga met een grote smile!

Langs de High Line

Levensecht!

Aankomen over de River Hudson en New York zien liggen is wel heel bijzonder! De pilot zei het al, het maakt niet uit hoe vaak je het doet, het blijft speciaal. Het was echt een momentje, met de Lena op eigen kiel aankomen in de Big Apple. We zijn uitgebreid langs het Vrijheidsbeeld gevaren voor mooie foto’s. De marina waar we moesten zijn was nog 6 nm verder en dan vaar je zo’n beetje dwars door de stad. NY is uniek, maar via het water al helemaal.
We liggen aan een mooring ter hoogte van de 79th Street W in Manhattan op de Hudson River. Het is een centrale plek om alles in de stad te gaan zien en in de buurt van winkels en van ons nu al favoriete restaurant, een mix van de Chinese en Cubaanse keuken.
Fietsen kan hier heel goed, we crossen als echte New Yorkers door de stad. Dankzij burgemeester Bloomberg loopt er een fietspad langs de rivier naar Harlem of de andere kant op verder Manhatten in. Dat maakt dat je niet de hele stad door hoeft, met eindeloze stoplichten en op de weg geparkeerde auto’s, maar pas bij de juiste afslag de drukte in gaat. Het is goed te doen, soms een stukje stoep meepakkend, maar daar kijkt niemand van op. Zondag 18 september was er in Harlem de African American Day met een optocht waar belangenorganisaties en verenigingen uit de buurt aan meededen, maar ook alle hulpdiensten en de politie. Het was een fantastisch spektakel in het teken van “wie goed doet, goed ontmoet”.
We hebben het erg naar onze zin, we blijven nog een poosje in deze magische stad!
De Africa

Via de Cypres Swamp en de Alligator River zijn we half augustus op de Chesapeake Bay aangekomen. De Cypres Swamp is bijzonder, een gebied van meertjes en kreken ongeveer zo groot als Nederland waar je langs de dichtbeboste oevers elk moment een Indiaan verwacht te zien, maar waar niemand woont. Langs de oever hebben we wel wasbeertjes en herten gezien. We dachten dat we de enige boot waren. Toen een grote duwbak ons tegemoet voer schrokken we ons een hoedje, maar het liep goed af.

mysterieus landschap
We hebben een paar nachten in Portsmouth aan het begin van de Chesapeake Bay geleden. Met de ferry konden we prima naar Norfolk aan de overkant en op de fiets de stad door. Het Norfolk Naval Station is het grootste marine complex ter wereld. Het is de thuishaven van enorme vliegdekschepen, nucleaire onderzeeboten en andere oorlogsschepen. De Navy heeft er zijn eigen werf. Je mag er langs varen maar wel op minstens 150 meter afstand. Alles rondom om de schepen is met drijvende netten afgezet tegen terroristische aanvallen. In de haven stikte het van de snelle motorbootjes met luchtafweer en nors kijkende mariniers, het geweer in de aanslag. In Den Helder, toch een stuk dichter bij Mekka, hebben ze dat niet.
Chesapeake Bay is op zijn breedst 30 kilometer met ruime baaien. Visarenden en dolfijnen zien we niet meer, maar daar staat tegenover dat we wat meer kunnen zeilen. We komen mooie plekken tegen zoals Solomons Island aan de Patuxent River met een hele aardige marina op een uitgestrekt schiereiland. Voor de noodzakelijke boodschappen heeft de marina een leenauto, een oude zwarte luxe Mercedes Benz, P vond het een feestje om er in te rijden! Ook mooi voor anker op de Rhode River, een goeie plek om weer eens te zwemmen, weinig stroming en licht bruin water. Meteen de onderkant van de boot schoon gekrabt.
Annapolis hadden we gekozen om van daaruit met de bus naar Washington te gaan. Washington was geweldig, de uitgestrekte Mall met zijn Smithtonian musea, het Capitool en het Witte Huis. Heel bijzonder om vlakbij bij het huis van Obama te staan. We hebben het museum van American Indian bezocht, mooi van opzet en heel gedetailleerd over elke Indianen stam. Dat het met de deportatie van de indianen uit hun oorspronkelijke habitat zo erg was, wist ik niet. Het argument van de toenmalige president was dat de indianen toch niets economisch toe zouden voegen aan dat gebied en dat de kolonisten in staat zouden zijn om dat wel te doen. Van de meer dan 350 verdragen die met de Indianen zijn gesloten over het gebruik van het land is er destijds niet één correct nageleefd. Sinds Nixon als eerste president de verdragen heeft erkend als geldend recht, slagen de Indianen erin om beetje bij beetje alsnog hun gelijk te halen.
Annapolis was ook de moeite waard, met een klein en goed onderhouden centrum. We hebben de United States Naval Academy bezocht en zijn rondgeleid door een aardige dame, met een goed verhaal en duidelijk trots op het instituut. Er wonen 4.400 midschipsman op de yard en het staat bekend als één van de beste wetenschappelijke opleidingen van het land. Mooi was het verhaal hoe Navy de afgelopen jaren Army telkens versloeg in football, daar zijn er erg trots op.

De laatste woorden van een kapitein in de Onafhankelijkheids Oorlog tegen de Engelsen en van af die dag de leus van de Navy

Annapolis bij het gemeentehuis
In verband met hurricane Hermine zijn we de River Sassafras op gevaren, een goede beschutte plek op één van de mooiste rivieren tot nu toe. Er was veel wind en regen voorspeld, maar gelukkig is het allemaal aan ons voorbij gegaan. We komen steeds erg vriendelijke en behulpzame Amerikanen tegen, onze buren in de marina boden spontaan aan met ons naar de supermarkt te gaan, die echt te ver was om te fietsen. We krijgen nog steeds de handen op elkaar omdat we de oceaan zijn over gestoken, soms is het zelfs een beetje embarrasing, maar wel met echte interesse hoe dat nou precies gaat. Ons verhaal doorvertellen aan wie het maar horen wil hoort er dan kennelijk bij. Overigens zijn we zelf ook niet te beroerd om het verhaal te vertellen.
Cape May aan het eind ligt aan het eind van de Delaware Bay en van daaruit zijn we naar Atlantic City gegaan, met een serieuze skyline en veel casino’s. We hebben er geen gokje gewaagd, wel voor anker gelegen in de marsh die onverwacht opdoemde na de skyline. We hebben veel last gehad van steekvliegen die op het heetst van de dag met zwermen tegelijk aan boord neer streken en het vooral gemunt hebben op onze benen en voeten. Inspuiten met deet hielp niet, gelukkig hadden we goede vliegen meppers! Uiteindelijk heeft P met een lange broek aan en met vuilniszakken om zijn benen de wacht gehouden. Tegen zonsondergang verdwenen ze gelukkig weer.
Van Atlantic City naar New York was het 85 nm, teveel voor een dagtocht, dus zijn we aan het eind van de middag de 10e september vertrokken om de nacht door te zeilen, met een goede windvoorspelling . Het werd ’s nachts niet helemaal donker, er was een mooi maantje en licht van de steden aan de kust. Ik was niet echt ingeslingerd, met een beetje katterig gevoel, nog net geen zeeziekte, heb ik vooral languit gelegen. Gelukkig kon ik bij zonsopgang de wacht van P overnemen.

Florida
Na een prettig verblijf van ruim drie weken in Amsterdam zijn we eind juni vertrokken van de slip in Palm Beach Garden waar we de Lena hadden achtergelaten. Alles was prima in orde, alleen hadden we kleine miertjes aan boord, gelukkig zijn we die inmiddels weer kwijt.
De ICW is een route langs de Oostkust van Amerika, van Miami tot New York waarbij je afwisselend kleine stukje over zee vaart, dan weer achter eilandjes, door kreken, over meertjes en rivieren die met elkaar verbonden zijn door kanalen die in de 19e en 20e eeuw zijn gegraven. In Florida staat het langs de waterkant vol met grote villa’s met afwisselend pilaren en bogen in het aanzicht, het lijkt wel of ze allemaal dezelfde architect in de arm hebben genomen, echt mooi is het niet wel groot, groter grootst.
Iedereen heeft een motorboot met enorme buitenboordmotoren voor het huis liggen met soms wel drie keer 250 pk. Om het verschil maar aan te geven; in de Lena staat 52 pk. We zijn dus stukken langzamer en werden regelmatig gesandwicht door links en rechts passerende speedboten met enthousiast zwaaiende mensen.
Het klimaat in Florida in de zomer is killing, heel warm met een hoge luchtvochtigheid. Je ziet er niemand op straat of in de tuin. Ze zijn of thuis, of in de auto of in de supermarkt als het maar airco heeft. Wij krijgen koude voeten in de supermarkt. Niemand begrijpt dat wij het kunnen uithouden in een boot zonder airco. Wij zelf eigenlijk ook niet. We hebben in Florida drie kleine maar dappere ventilatoren aangeschaft die voor een beetje verkoeling zorgen.
Ondanks de hitte blijft Florida populair onder de rijke mensen van de USA, alles wordt volgebouwd, ook op plekken waar een hurricane elk moment kan toeslaan. Een local vertelde ons dat krokodillen nu ook al op zee voorkomen en niet alleen maar in de marsh, omdat ze door al de bebouwing uit hun natuurlijke habitat worden verdreven.
Er wonen in Florida veel Trump aanhangers, we hebben overal Trump spandoeken zien hangen. Sommige aanhangers van Trump dragen t-shirts met teksten als ’Freedom or Death’. Een Amerikaanse medezeiler vertelde ons dat sinds Trump de rem er af is. Iedereen zegt weer (net als Trump en net als vroeger) waar het op staat. Hij ziet de Amerikaanse samenleving uiteenvallen en houdt zijn hart vast: “All the idiots have guns”.
Op de ICW route zijn veel bruggen die voor ons open moeten en we zijn zeer te spreken over de manier waarop dat gaat. Via de marifoon vraag je om een opening en krijgt dan onmiddellijk een vriendelijk antwoord, lang duurt het nooit. Hele snelwegen worden voor ons stilgelegd. Na de opening wordt er bedankt en over en weer een prettige dag toegewenst, allemaal heel correct en efficiënt. Tot nu toe was voor anker gaan ook goed te doen, omdat we laat in het seizoen zijn komen we weinig andere zeilboten tegen en liggen we vaak alleen op ankerplekken midden in de marsh met veel vogels en dolfijnen. Op zee hebben we geen dolfijnen gezien. Ze zoeken de marsh op voor de garnalen. We zien ook veel vogels, pelikanen, visarenden en witte reigers en zien, heel even zeekoeien. Het is op de ICW muddy water, veel zicht is er niet.
De marina’s zijn hier duur, maar water en diesel tanken of douchen voor een paar dollar en de vuilnis kwijt raken, gaat prima. Iedereen is heel aardig en behulpzaam, bijvoorbeeld met de auto mee naar de super voor boodschappen, of naar een plek waar onze gasfles kan worden gevuld. Als ze horen dat we andere kant van de oceaan zijn gekomen is kunnen we niet meer stuk, je wordt hier dan een soort held en bij het zien van de Lena volgt dan ook nog “with that thing”? Het klonk nogal denigrerend, maar was juist niet zo bedoeld, meer het tegenovergestelde. Ik kreeg zelfs een hand van een stoere visser die echt onder de indruk was de prestatie!

De ICW wordt waar Florida overgaat in Georgia gaandeweg ruiger, minder bebouwing en meer natuur. Enorme stukken marsh met riet in alle kleursoorten groen en boompjes die niet groot willen worden. De kreken hebben de mooiste namen: Mud Creek, Kilkenny Creek, Dutchman Creek, Beaverdam Creek of Little Saucepan Creek en wat te denken van Drunk Jack Island. Aan het begin van de achttiende eeuw hadden de piraten het hier voor het zeggen. Afvallige piraten werden door hun rovershoofdman achtergelaten op een onbewoond eiland met een pistool met één kogel en een vaatje rum.
We zien heel veel dolfijnen, ze komen voor de garnalen. Vanaf een uur of vijf als ze uitgegeten zijn en wij voor anker liggen komen ze ons uitgebreid bezoeken. Ze spelen met elkaar en met de boot. We hebben zelfs heuse vrijpartijen gezien.
Er zijn een aantal Inlets waar je de ICW kunt verlaten en via zee verder kunt. We hebben dat een paar keer gedaan omdat de ICW op dat traject te ondiep voor ons was. Buitenom schiet niet echt op omdat je eerst zeker vijf mijl of meer uit de ondiepte voor de kust moet varen voor ruim water. Wel heerlijk om weer een dagje te zeilen in blauw water! Er zijn geen muggen en het zijn er minder heet. Dolfijnen zien we op zee niet.
We hebben een aantal dagen in St. Augustine gelegen. De oudste stad van de USA met de oudste straat en de oudste van van alles. Mooie plek met in het weekend veel live muziek. We zijn naar het Ligthner museum geweest met een fantastische collectie van oude muziekapparaten, foto’s en kleding van Indianen tot een collectie van sigarenbandjes én de opgezette leeuw door Churchill zelf geschoten die hij heeft geschonken aan president Roosevelt om hem over te halen zij aan zij met de Engelsen, dapper als een leeuw, te vechten tegen Hitler Duitsland.
St Augustine telt veel afstammelingen van inwoners van Menorca die in de aan het eind van de zestiende eeuw door een Spaanse slimmerik met honderden tegelijk naar rijstplantages ten zuiden van St Augustines zijn vervoerd met de belofte dat ze na vijf jaar trouwe dienst een eigen stukje grond zouden krijgen. Omdat ze van Menorca kwamen zouden wel goed tegen de hitte kunnen, zo was de gedachte. Het werd een verschrikking. Na vijf jaar waren er nog maar een paar honderd in leven. Omdat de rijstoogst telkens tegen viel, het land is er te brak voor, vonden de Spaanse landeigenaren het niet nodig hun belofte na te komen. Ergens in juli, op het heetst van het jaar, zijn er zo’n honderdvijftig gevlucht richting St Augustine, 80 kilometer ten noorden, dwars door de marsh. Wat een verschrikking, met temperaturen van tegen de veertig graden door een van muggen vergeven zout en sompig land. De helft overleed onderweg. De andere helft werd met open armen ontvangen door de Engelse gouverneur van St. Augustines die niks moest hebben van de claims die de Spanjaarden bij hem indienden tegen de weglopers. In een museum hangt een kaart waarop te zien is dat de Menorcanen om in Georgia te belanden precies dezelfde route hebben gevolgd als wij, zij het niet voor hun lol.

Charleston was een plaats om te bezoeken, met zijn mooie oude huizen en lommerrijke straten met oude bomen. Charleston is gesticht in 1670 door Engelse kolonisten en dat is nog goed te zien. Prachtige vrijstaande huizen, zoals je die ook op het platteland van Zuid Engeland ziet. In Charleston zijn ze van hout. Ook nieuwe huizen worden in dezelfde stijl van hout gebouwd.
Er waren grote rijst- en suikerplantages in het gebied rondom de stad en Charleston had tot ver in de achttiende eeuw de grootste slavenmarkt van Amerika. Charleston was dan ook de eerste grote stad die in de Burgeroorlog de kant van de Confederatie koos. Charleston werd door de ‘Yankees’ langdurig en zonder succes belegerd. Daar zijn ze erg trots op, je ziet hier ook nog overal de vlag van de Confederatie.
In het museum voor modern art was een leuke tentoonstelling die te maken had met de opera “Porgy and Bess” van Leonard Bernstein, onder andere schilderijtjes met taferelen van slaven, die erg leken op de Aardappeleters van Van Gogh. We mochten jammer genoeg geen foto’s maken. Porgy and Bess speelt in deze omgeving.
Ook Georgetown stond op ons lijstje. Het hele centrum is een National Historic District, met de voorname huizen van de voormalige plantage eigenaren. Het heeft een aangename sfeer en het is prima wandelen in de schaduw van de oude eiken bomen.
Onderweg naar Beaufort kwamen we vier nesten met visarenden tegen, fascinerende vogels met mooie ogen. In Beaufort was het “Pirats Invasion” weekend. Er was een heus piraten dorp en veel mensen hadden zich mooi verkleed. Het is leuk om te zien met hoeveel plezier mensen een andere rol aannemen! Centraal stond Blackbeard een succesvolle piraat, die zijn vlaggeschip de “Queen Anne’s Revenge” op een zandbank voor de haven van Beaufort aan de grond had laten lopen en er met de buit vandoor was gegaan, zonder het te delen met zijn bemanning. Naar zijn schat wordt nog altijd gezocht.
We lagen voor anker in Taylor Creek met uitzicht op Carrot Island, waar een kudde wilde paarden rondloopt en aan het eind van de middag kwamen ze meestal aan onze kant van het eiland grazen. Carrot Island heeft mooie strandjes waar we met onze dinghy naar toe konden om te zwemmen. Omdat de ondergrond veenachtig is heeft het water een donkerbruine kleur, het is als zwemmen in lauwe cola!

Van het noordelijkste ankerplek op Exuma was het een dagtocht naar Nassau, de hoofdstad van de Bahamas op het eiland Providence. Er was ons verteld dat het er overdag ook gevaarlijk was, maar dat was niet zo. Ik had goede dingen gelezen over de National Art Gallery of the Bahamas in het oude gedeelte van Nassau. Het was écht de moeite waard, zowel de wandeling door de oude stad als de kunst van lokale kunstenaars.
De Biminis zijn de laatste stop voor Florida, zo’n 40 NM voor de kust van de US en heeft prima visgronden. Hemingway had er een vissersboot en een huisje en was een graag geziene gast. We hebben voor anker gelegen bij het Resort World Bimini, naast de landingsplaats voor de watervliegtuigjes die dagelijks vlogen op Fort Lauderdale. We werden aangezien voor gasten, wat maakte dat we gebruik konden maken van de prima douches en snel internet.
Na een bezoekje aan Alice Town, de hoofdstad van de Biminis, kregen we in de stromende regen een lift van James, art docent aan de middelbare school van Alice Town. Hij nodigde ons uit om te komen kijken naar het examen werk van zijn studenten. Zij moesten drie stukken maken voor het eindexamen en de opdracht was natuurlijke materialen te gebruiken die te vinden waren op het eiland. Dat maakte dat de conch shell, het huis van de zeeslakken, schelpen en afbeeldingen van dolfijnen het meest zijn gebruikt. James vroeg ons vragen te stellen aan de studenten over het ontwerp, gebruik van kleur en materialen zodat zij vast voor het examen konden oefenen. James heeft een verzameling kwasten en penselen van kunstenaars van de Biminis waar hij heel trots op is, het is de enigste verzameling op de eilanden.
We hebben een “slip” gevonden in West Palm Beach waar we de boot veilig kunnen achterlaten om naar Nederland te gaan. Daar zijn we t/m 24 juni en vliegen dan terug naar Miami. Dan vervolgen we de reis verder naar Chesapeake Bay en Washington.
Exuma is wat ons betreft de parel van de Bahamas. Het is een lang gerekt lint van kleine eilandjes over een afstand van zo’n honderd kilometer. De kinderen hadden gevraagd foto’s te maken van de varkens in Little Major wat geen probleem was, het lag op de route en heeft een prima ankerplek. De plaatselijke bevolking heeft tien jaar geleden een vrouwtje- en mannetje varken losgelaten en nu zijn het er een stuk of twintig én een toeristische attractie. De plek is goed gekozen, er zijn drie zoetwaterbronnen op het eilandje en de toeristen nemen genoeg lekkere hapjes mee. Hun huid kan goed tegen de zon en het zoute water, ze badderen en zwemmen in zee.
De volgende ankerplek was Exuma Land en Sea Park, een betoverende baai met 22 moorings. We waren op tijd voor nummer 21 en hebben een wandeling gemaakt naar Boo Boo Hill, waar je een stuk hout achter kon laten om Koning Neptunus gunstig te stemmen voor “good winds and a smooth sea”. Onze Canadese buurman had ontdekt dat boven op de heuvel goed bereik was om een weerbericht op te vangen! We vonden het één van de mooiste plekken op de Cariben met de verschillende tinten turquoise water en prachtige natuur op de eiland met een mangrove bos in aanplant en de blow holes, waarin de zee gromt.

Van San Juan naar het eerste eiland van de Bahamas, Great Anagua, is 450 NM. We hadden goede wind en hebben er drie etmalen over gedaan en op 24 april om 17.00 lagen we voor anker bij Pitstown. We hebben weinig vogels gezien, maar wel weer veel dolfijnen die een heel eind met de boot mee zwommen.
P heeft een onderweg een hele grote Mahi Mahi gevangen van een kilo of tien, we zijn een half uur bezig geweest om hem binnen te krijgen. Hij was heerlijk en zo groot dat we twee keer filet en een keer een goed gevulde vissoep hebben gegeten! Onze koelkast kon de hele vis niet aan, we hebben de helft weg moeten gooien.
Het volgende eiland dat we bezoeken is Crooked Island. Er komen hier weinig boten, er zijn geen marina’s of resorts en dus minder toeristen en samen met Great Inagua worden ze de “remote islands” genoemd. Crooked Island is getroffen door de orkaan Joachim op 1 oktober 2015 en de schade was gigantisch. Nu wonen er haast geen mensen meer, bang dat het nog een keer gaat gebeuren.
Het is heel gepuzzel om in de Bahamas te varen met onze diepgang van 1.85m, het is overal erg ondiep met veel riffen maar het is hier wel heel mooi. Omdat het overal zo ondiep is, is het water zo saffierblauw en dan nog in verschillende tinten, dat de onderkant van de witte wolken dat ook zijn. Ik heb geprobeerd dat in een foto te vangen, maar dat is me niet gelukt.
We hebben een weekje in Georgetown op Exuma gelegen voor wat klussen, gas en was, een aardige plek met goede voorzieningen.
Op het strand van Crooked Island
Voor anker in de baai van Georgetown
De toegang naar Lake Victoria Georgtown
Water tanken bij de dinghy dock van Georgetown
Sraat beeld Georgetown met uitgestalde cadeau’s
Crooked Island na de Hurricane – video:
Recente reacties