Chesapeake Bay

Via de Cypres Swamp en de Alligator River zijn we half augustus op de Chesapeake Bay aangekomen. De Cypres Swamp is bijzonder, een gebied van meertjes en kreken ongeveer zo groot als Nederland waar je langs de dichtbeboste oevers elk moment een Indiaan verwacht te zien, maar waar niemand woont. Langs de oever hebben we wel wasbeertjes en herten gezien. We dachten dat we de enige boot waren. Toen een grote duwbak ons tegemoet voer schrokken we ons een hoedje, maar het liep goed af.

mysterieus landschap
We hebben een paar nachten in Portsmouth aan het begin van de Chesapeake Bay geleden. Met de ferry konden we prima naar Norfolk aan de overkant en op de fiets de stad door. Het Norfolk Naval Station is het grootste marine complex ter wereld. Het is de thuishaven van enorme vliegdekschepen, nucleaire onderzeeboten en andere oorlogsschepen. De Navy heeft er zijn eigen werf. Je mag er langs varen maar wel op minstens 150 meter afstand. Alles rondom om de schepen is met drijvende netten afgezet tegen terroristische aanvallen. In de haven stikte het van de snelle motorbootjes met luchtafweer en nors kijkende mariniers, het geweer in de aanslag. In Den Helder, toch een stuk dichter bij Mekka, hebben ze dat niet.
Chesapeake Bay is op zijn breedst 30 kilometer met ruime baaien. Visarenden en dolfijnen zien we niet meer, maar daar staat tegenover dat we wat meer kunnen zeilen. We komen mooie plekken tegen zoals Solomons Island aan de Patuxent River met een hele aardige marina op een uitgestrekt schiereiland. Voor de noodzakelijke boodschappen heeft de marina een leenauto, een oude zwarte luxe Mercedes Benz, P vond het een feestje om er in te rijden! Ook mooi voor anker op de Rhode River, een goeie plek om weer eens te zwemmen, weinig stroming en licht bruin water. Meteen de onderkant van de boot schoon gekrabt.
Annapolis hadden we gekozen om van daaruit met de bus naar Washington te gaan. Washington was geweldig, de uitgestrekte Mall met zijn Smithtonian musea, het Capitool en het Witte Huis. Heel bijzonder om vlakbij bij het huis van Obama te staan. We hebben het museum van American Indian bezocht, mooi van opzet en heel gedetailleerd over elke Indianen stam. Dat het met de deportatie van de indianen uit hun oorspronkelijke habitat zo erg was, wist ik niet. Het argument van de toenmalige president was dat de indianen toch niets economisch toe zouden voegen aan dat gebied en dat de kolonisten in staat zouden zijn om dat wel te doen. Van de meer dan 350 verdragen die met de Indianen zijn gesloten over het gebruik van het land is er destijds niet één correct nageleefd. Sinds Nixon als eerste president de verdragen heeft erkend als geldend recht, slagen de Indianen erin om beetje bij beetje alsnog hun gelijk te halen.
Annapolis was ook de moeite waard, met een klein en goed onderhouden centrum. We hebben de United States Naval Academy bezocht en zijn rondgeleid door een aardige dame, met een goed verhaal en duidelijk trots op het instituut. Er wonen 4.400 midschipsman op de yard en het staat bekend als één van de beste wetenschappelijke opleidingen van het land. Mooi was het verhaal hoe Navy de afgelopen jaren Army telkens versloeg in football, daar zijn er erg trots op.

De laatste woorden van een kapitein in de Onafhankelijkheids Oorlog tegen de Engelsen en van af die dag de leus van de Navy

Annapolis bij het gemeentehuis
In verband met hurricane Hermine zijn we de River Sassafras op gevaren, een goede beschutte plek op één van de mooiste rivieren tot nu toe. Er was veel wind en regen voorspeld, maar gelukkig is het allemaal aan ons voorbij gegaan. We komen steeds erg vriendelijke en behulpzame Amerikanen tegen, onze buren in de marina boden spontaan aan met ons naar de supermarkt te gaan, die echt te ver was om te fietsen. We krijgen nog steeds de handen op elkaar omdat we de oceaan zijn over gestoken, soms is het zelfs een beetje embarrasing, maar wel met echte interesse hoe dat nou precies gaat. Ons verhaal doorvertellen aan wie het maar horen wil hoort er dan kennelijk bij. Overigens zijn we zelf ook niet te beroerd om het verhaal te vertellen.
Cape May aan het eind ligt aan het eind van de Delaware Bay en van daaruit zijn we naar Atlantic City gegaan, met een serieuze skyline en veel casino’s. We hebben er geen gokje gewaagd, wel voor anker gelegen in de marsh die onverwacht opdoemde na de skyline. We hebben veel last gehad van steekvliegen die op het heetst van de dag met zwermen tegelijk aan boord neer streken en het vooral gemunt hebben op onze benen en voeten. Inspuiten met deet hielp niet, gelukkig hadden we goede vliegen meppers! Uiteindelijk heeft P met een lange broek aan en met vuilniszakken om zijn benen de wacht gehouden. Tegen zonsondergang verdwenen ze gelukkig weer.
Van Atlantic City naar New York was het 85 nm, teveel voor een dagtocht, dus zijn we aan het eind van de middag de 10e september vertrokken om de nacht door te zeilen, met een goede windvoorspelling . Het werd ’s nachts niet helemaal donker, er was een mooi maantje en licht van de steden aan de kust. Ik was niet echt ingeslingerd, met een beetje katterig gevoel, nog net geen zeeziekte, heb ik vooral languit gelegen. Gelukkig kon ik bij zonsopgang de wacht van P overnemen.
Recente reacties